back
05 / 06
bird bird

#85 Vier Vragen waardoor je Hersens Pijn Zullen Doen

December 28, 2018
Q

Beste dr. Craig,

Mag ik beginnen u zeer te bedanken voor uw bediening, en voor het gratis beschikbaar maken van zoveel inhoud. Ik heb veel geleerd en ik ga door met het beluisteren van uw Defenders-serie en Reasonable Faith-podcasts. En ik ga door met het lezen van de blogs op uw website.

Dit is gewoon een snel ding om u van een artikel bewust te maken, een artikel dat u wellicht op de BBC News-website heeft gemist, genaamd “Four philosophical questions to make your brain hurt” [http://news.bbc.co.uk/2/hi/uk_news/magazine/7739493.stm]. (Ik woon in Londen, dus dit is mijn standaard nieuws-website.)

De vier zogenaamde moeilijke of niet te beantwoorden vragen/proposities zijn:

  1. ZOUDEN WE GEZONDE MENSEN VOOR HUN ORGANEN MOETEN DODEN?
  2. JE BENT NIET DE PERSOON DIE EERDER DIT ARTIKEL IS BEGONNEN TE LEZEN.
  3. IS DAT ECHT EEN COMPUTERSCHERM VOOR JE NEUS?
  4. JE HEBT NIET VRIJWILLIG EN MET VERANTWOORDELIJKHEID DIT ARTIKEL UITGEKOZEN OM TE LEZEN.

Nu ben ik geen filosoof, maar het is voor mij duidelijk dat sommige van kwesties een veel grotere uitdaging voor de naturalist zullen zijn dan voor de Christen.

  1. Je zult niet moorden!
  2. ‘Jij’ bent meer dan de verzameling cellen in je lichaam, en de immateriële zelf is qua substantie of essentie niet veranderd sinds je dit artikel begon te lezen. Het brein is inderdaad ‘een machine die door een geest kan worden bestuurd’ en die geest is de mijne of de jouwe.
  3. Ik kan accepteren dat deze interessant is. Ik denk dat er daarom in Hebreeën 11:6 staat, ‘En zonder geloof is het onmogelijk om God te behagen, omdat iedereen die tot hem komt moet geloven dat hij bestaat en dat hij iedereen die hem oprecht zoekt beloont.’ Opereren we dus niet allemaal door aannames en geloof? Naturalisten zouden er een hekel aan hebben om dit toe te geven…
  4. Waarom niet gewoon God zeggen in plaats van Fred?! In elk geval begrijpen we dat God ons heeft gecreëerd om hem vrijwillig lief te hebben en te dienen, en daarom gaat het eerste verhaal in de Bijbel over een koppel dat tegen God koos. Incidenteel vraag ik mij af wat deze specifieke filosoof in het geval van de Big Bang zou hebben gezegd.

In elk geval, ik dacht dat u misschien geïnteresseerd zou zijn te weten wat er bij de populaire drukpersen in Engeland gebeurt. Ben ik oversimplistisch in mijn reactie?

In mijn geval ben ik er tenminste opgewonden over dat het Christelijke wereldbeeld elke keer begrip over de wereld geeft dat geen enkel ander wereldbeeld geeft. Prijs God!

In Christus,

Phil

Verenigde Staten

United States

Dr. Craig

Dr. craig’s response


A

Ik heb het artikel, nadat ik je vraag had gelezen, gegoogled, Phil, en ook al is David Bain’s hoofdpunt bij het delen van deze kwesties een goede – namelijk dat, als je een conclusie afwijst, je diagnostiek moet hebben over waar het argument faalde – moet ik het met je eens zijn dat de breinbrekers die hij voorstelt inderdaad voor de naturalist moeilijker zijn dan voor de Christelijke theïst. Als het Christelijke theïsme waar is, dan is de uitweg in elk geval veel duidelijker dan bij een naturalistisch wereldbeeld.

Neem de eerste vraag die gaat over wat moreel is om te doen. Ook al kan de naturalist succesvol disanalogieën aanwijzen tussen het doden van een gezonde mens voor organen en de andere zaken die Bain als zogenaamde rechtvaardigingen noemt, is het moeilijkere voor de naturalist het rechtvaardigen van assumpties dat de mens intrinsieke morele waarde in de eerste plaats heeft en dat we morele verplichting naar anderen hebben. De foto die het artikel vergezelt herinnert ons eraan dat, volgens Sartre’s atheïstische beeld, er geen waarden van tevoren zijn opgezet: het enige waarmee wij worden geconfronteerd is het kale, waardeloze feit van het bestaan zelf. Wij moeten allen dus onze eigen waarden uitkiezen. Het is moeilijk om te zien, gezien het naturalisme, waarom Sartre het fout had. Wat is er dus mis met het doden van gezonde mensen voor hun organen? Natuurlijk kon Sartre niet met de implicaties van zijn eigen afwijzing van morele objectiviteit leven. In zijn essay, “Existentialisme Is een Humanisme” dat geschreven is na de Holocaust, veroordeelt Sartre het anti-Semitisme, en verklaart hij dat elke doctrine die tot uitroeiing leidt niet alleen een mening of een kwestie van persoonlijke smaak is, en worstelt hij zinloos terwijl hij probeert te affirmeren de waarde van menselijke personen. Deze val toont louter de onleefbaarheid van het atheïsme aan.

Wat betreft de tweede vraag van persoonlijke identiteit door de tijd heen: dit probleem is veel moeilijker voor de naturalist die de realiteit van de ziel of de geest afwijst. Bain’s vragen komen alleen op als we aannemen dat een menselijk persoon een materieel object is zoals een humanoïde lichaam of brein. Maar als er substantiële zelf bestaat die de eigenaar van de mentale staten is door Bain genoemd, dan zijn deze breinbrekers niet van toepassing. Natuurlijk kunnen er nieuwe puzzels worden voorgesteld over hoe de ziel intrinsieke verandering kan ondergaan wat betreft contingente eigenschappen over tijd. Het is interessant dat de kwestie echt puntig wordt als je tijdstheorieën erbij haalt, want als je een aanhanger van tijdloze tijd bent (de zogenaamde B-Theorie) en de objectieve realiteit van het temporele worden afwijst, dan schijn je zeker toegewijd te zijn aan de conclusie dat je niet dezelfde persoon bent die dit artikel eerder begon te lezen, want dat individu is maar een segment van een vier-dimensionele ruimtetijd-”worm”, een segment dat niet aan het huidige segment identiek is, omdat ze verschillende eigenschappen hebben. De theoristen van de B-Theorie worden met echte problemen over identiteit over tijd geconfronteerd, problemen die worden vermeden als we met de A-theoristen zeggen dat de enige bestaande temporele dingen die dingen zijn die op dit moment bestaan. (Zie mijn boek Time and Eternity voor meer hierover.)

De derde vraag over de waarachtigheid van onze zintuigen wordt door Alvin Plantinga in zijn werk over correcte basisaannames in het voordeel van het theïsme gebruikt. Wat betreft de pijn van het skepticisme, moeten geloven zoals het geloof in de werkelijkheid van fysieke objecten als proper basisch worden opgevat, en gegrond in de ervaring, maar niet door inferentie vanuit fundamentelere geloven. Maar dan wilt Plantinga weten waarom geloof in God niet op dezelfde manier proper en basisch kunnen zijn. Plantinga’s hele religieuze epistemologie, die in zijn trilogie over rechtvaardiging staat, komt voort uit pogingen om Bain’s puzzel op te lossen. Bovendien toont Plantinga’s evolutionaire argument tegen het naturalisme aan dat naturalisme een zelf-vernietigend systeem aan geloven is, want gezien het zogenaamde feit dat onze cognitieve faculteiten voor overleving, niet voor waarheid, zijn ingesteld, kunnen we niet het vertrouwen hebben dat, bijvoorbeeld, onze geloven over de realiteit van fysieke objecten waar zijn, noch, aan het eind van de dag, dat naturalisme zelf waar is. In contrast heeft God volgens het theïsme onze cognitieve faculteiten zodanig ontworpen dat, als ze in een passende omgeving correct functioneren, ze ware geloven over de wereld geven.

Tenslotte behandelt het vierde probleem mensen naturalistisch als niets meer dan materiële objecten. Hun keuzes worden dus of causaal gedetermineerd of zijn willekeurige gebeurtenissen. Ik moet nogmaals zeggen dat het moeilijk te zien is waarom, als er sprake is van materialistische antropologie, deze conclusie fout zou zijn. Het schijnt ook echter ironisch een conclusie te zijn die een naturalist nooit rationeel zou kunnen trekken, want als al onze keuzes causaal worden gedetermineerd of maar willekeurig zijn, dan is de keuze om in het naturalisme te geloven net zo rationeel als het hebben van kiespijn of net zo rationeel als een boom waaruit een tak groeit. Het lijkt er dus op dat determinisme rationeel niet te affirmeren is. Theïsten geloven in contrast in de werkelijkheid van immateriële actores, ten eerste in God Zelf, en ten tweede in onbelichaamde eindige personen. Alles is dus niet voorspelbaar op basis van wetenschappelijke wetten en initiële condities. Merk op dat God niet door Fred in Bain’s illustratie kan worden vervangen, omdat de basis van God’s voorkennis niet causaal gedetermineerd wordt, als je tenminste een libertariaanse theïst bent.

Bain noemt niet eens het theïsme als één van de belangrijkste kwesties in filosofie. Maar zijn doel is niet de belangrijkste kwesties traverseren, maar om plausibele argumenten te presenteren voor conclusies die erg tegen de intuïtie ingaan en om dan te vragen wat er mis is. Theïsme projecteert zich als een rationeel geloof zonder contra-intuïtief karakter wat betreft kwesties zoals de non-identiteit van de persoon die dit artikel is begonnen te lezen. Ik vind Bain’s gebruik van T. S. Eliot’s citaat aan het eind van zijn artikel mooi. We hoeven onszelf alleen maar eraan te herinneren dat theïsme veel licht kan werpen op de traditionele puzzels van filosofie. Om nog eens een ander citaat van een ander Engels literair figuur, C. S. Lewis: “Ik geloof in het Christendom net zoals ik geloof dat de zon is opgekomen: niet alleen omdat ik hem kan zien, maar omdat ik hierdoor al het andere zie.”

- William Lane Craig