back
05 / 06
bird bird

#113 Dierenleed

December 28, 2018
Q

Beste dr. Craig,

Kunt u mij alstublieft in deze zaken die ik heb assisteren? Ik word er gek van. Het is namelijk zo dat critici zeggen dat God wreed is. Voor miljoenen jaren zijn dieren aan de pijn van de natuur onderworpen geweest. Zelfs voor er mensen op aarde waren, werden dinosaurussen enzovoorts door elkaar aan stukken gescheurd. Kunnen we het wel over originele zonde hebben, terwijl de mens er niet was?

Ten tweede zijn er volgens mij vijf massale uitroeiingen geweest (buiten de vloed van Noah). Waarom creëerde God een creatie, zodat hij kon toezien hoe het werd vernietigd door, bijvoorbeeld, supervulcanen, kometen of asteroïde-inslagen enzovoorts, terwijl al zijn schepsels zenuwen hebben en pijn kunnen voelen? Is dit niet wreed?

Ik denk dat ik vanuit een hoek van het natuurlijke kwaad over deze dingen denk, maar mensen waren er toen niet om de creatie te verzieken.

Neemt Jezus op het kruis de zonde van het natuurlijke kwaad op zich? Zo wordt de vraag dus wiens zonde hij op zich neemt als het om dit natuurlijke kwaad gaat.

Bedankt, dr. Craig. Ik heb in gebed om wijsheid gevraagd en ik kan het niet zelf uitzoeken. Ik zou dankbaar zijn, als u me zou helpen.

Doug

Afghanistan

Afghanistan

Dr. Craig

Dr. craig’s response


A

Ik heb in het algemeen over het probleem van het zogenaamde “natuurlijke kwaad” geschreven, waarbij dierenleed en dood er deel van zijn, in mijn en J.P. Moreland’s boek Philosophical Foundations for a Christian Worldview. Maar als ik van iemand afweet die zeer specifiek over een zaak of kwestie heeft geschreven, dan zou ik deze iemand uitnodigen om als gast bij te dragen. Het antwoord van deze week komt van Michael Murray, een filosoof aan het Franklin en Marshall College, die een heel boek aan jouw vraag heeft toegewijd, Doug. Ik hoop dat zijn reflecties jou zullen stimuleren tot het lezen van zijn boek betreffende dit onderwerp. Prof. Murray’s antwoord gaat als volgt:

Doug, bedankt voor deze penetrerende reeks aan vragen. Ik denk dat de werkelijkheid van het natuurlijke kwaad een belangrijke uitdaging voor het Christelijke geloof representeert, en de werkelijkheid van niet-menselijk dierenleed, dood, plundering en uitroeiing zou het moeilijkste aspect van deze uitdaging kunnen zijn. Waarom zou een totaal goede God een wereld creëren waarin deze onschuldige schepsels zowel ontvangers als gevers van pijn, leed en uitroeiing, enzovoorts, kunnen zijn?

Het was in feite deze vraag die Charles Darwin, toen hij de enorme hoeveelheid leed zag zoals het werd geconcludeerd door zijn evolutie-theorie, tot de uitspraak bracht: “Wat een boek zou een kapelaan van een duivel wel niet kunnen schrijven over de onhandige, verspillende, blunderende, lage en vreselijk wrede werken van de natuur!” Soortgelijke zorgen brachten de bioloog (en nu welbekende Nieuwe Atheïst) Richard Dawkins tot de uitspraak: “Het universum dat wij observeren heeft precies die eigenschappen die we zouden verwachten, als er van het begin af aan geen sprake is van ontwerp, doel, kwaad noch goed, maar niets anders dan blinde compassieloze onverschilligheid.”

In een recent boek, Nature Red in Tooth and Claw (Oxford University Press, 2009), verken ik deze vraag tot op zekere hoogte, kijkend naar een variatie aan verklaringen die Christenen wellicht kunnen bieden. In het volgende zal ik enkele hiervan samenvatten. Maar laat mij meteen deze vrijwaringsclausule aanbieden. Het is een zeer grote en zeer complexe kwestie die niet adequaat kan worden behandeld zonder een heel boek te schrijven (wat verklaart waarom ik een heel boek heb geschreven!). Ik zal niet eens bijna alle kwesties, die door het onderwerp hier worden aangewakkerd, behandelen.

Het meest gebruikelijke antwoord dat door Christenen wordt gegeven is dat pijn en leed in dieren door de zonde van menselijke schepsels kan worden verklaard, voornamelijk door de Val van Adam. Romeinen 8:19–22 schijnt tenslotte te impliceren dat het leed dat we in de natuurlijke wereld vinden deel is van het “kreunen van de creatie” – een creatie die naar verlossing van de beschadigende effecten van Adam’s zonde zucht. Jesaja 24:2–6 stelt direct dat (tenminste veel van) het natuurlijke kwaad in de wereld naar de conclusie leidt dat de mens “wetten niet gehoorzaamt”, “mandaten overtreedt”, en “pacten breekt”.

Gezien het zeer sterke bewijs, echter, dat dieren (en hun pijn, leed, dood en plundering) voor de eerste mensen bestonden, schijnt dit antwoord incompleet te zijn. Als de pijn en het leed van dieren Adam’s bestaan voorafgaan, dan is het moeilijk om te zien hoe zijn (of onze) zonde het volledig zou kunnen verklaren. Maar voordat we verklaringen die zich op de Val beroepen achterlaten, is het het waard de volgende vraag te stellen: “Als alle dierenpijn en al het dierenleed na Adam’s Val kwamen, zou de Val dan een potentiële goede verklaring voor die pijn en dat leed zijn?

Vele Christelijke theologen hebben dit gedacht. (Calvijn staat zo’n theorie in zijn commentaar over hoofdstuk 8 uit het boek Romeinen, bijvoorbeeld.) Maar er is in deze verklaring een moeilijkheid, een moeilijkheid die ik de “fragiliteits-objectie” noem. Om dit te begrijpen, moeten we de volgende vraag overwegen: “Wat zou moeten zijn de zogenaamde connectie tussen Adam’s Val en dierenleed?” Een aantal antwoorden zijn voorgesteld, maar ze komen allemaal neer op vrijwel één van de volgende twee verklaringen: of (1) Adam en zijn voorouders hebben door het zondigen hun rol als dierenopzichters overgegeven, en zo de dieren aan de natuur overgelaten, of (2) Adam’s zondige daad stuurde schokgolven door de creatie heen waardoor transformatie van dieren plaatsvond, die hiervoor geen pijn konden voelen, naar plunderaars, jagers gedoemd met pijn en pijngevend. In beide gevallen is het echter moeilijk te zien waarom God de heelheid en welstand van de natuur zou hebben gemaakt, en ook die van de onschuldige wezens erin die aan de trouwe gehoorzaamheid van de mens zou worden beïnvloed (een gehoorzaamheid waarvan God wist dat de mens dit niet zou vervullen). Waarom was de natuur zo breekbaar gemaakt? Is zulke fragiliteit geen defect (of een kwaad) in de creatie?

Natuurlijk zou het kunnen zijn dat de Val, die de werkelijkheid van dierenleed verklaart, niet Adam’s Val maar Satan’s Val. Het lijkt erop dat Satan’s Val nog voor de creatie van dieren heeft plaatsgevonden, en er is in principe geen reden om te denken dat Satan niet in de natuurlijke processen van de creatie zou hebben ingegrepen om te garanderen dat dieren, die anders geen pijn zouden voelen, wel pijn zouden voelen. Het beroep op Satan’s Val kan dus enige verklarende waarde hebben, als het om dierenleed gaat.

Een tweede (en impopulaire) antwoord voor de kwestie is om te ontkennen dat pijn en leed in dieren echt zijn of moreel relevant. De meesten zullen hierop met ongeloof reageren: “Is het niet simpelweg vanzelfsprekend dat sommige dieren pijn en leed meemaken?” Het antwoord op deze vraag is ja en nee. We denken dat het algemene kennis is dat dieren pijn en leed meemaken, maar wetenschappelijke bewijs hiervoor is niet zo sterk als dat je misschien zou denken. Natuurlijk zouden wetenschappers erkennen dat veel dieren gedrag vertonen waardoor het lijkt alsof ze pijn hebben, maar dit is niet goed genoeg. Overweeg, om te weten waarom, het fenomeen “blindzien”. Patiënten met blindzien beweren blind te zijn, en toch zijn ze tegelijkertijd in staat objecten aan te wijzen en, in sommige gevallen, ballen te vangen – iets dat ze alleen konden doen als ze echt konden zien. Zijn ze dus blind of niet? Nou, dat hangt ervan af wat je met “zicht” bedoelt. Ze kunnen zien in de zin dat ze visuele informatie kunnen gebruiken om hun gedrag te reguleren. Maar ze zich niet bewust van het feit dat ze dit kunnen doen.

Als het om pijn gaat, is dus de vraag: “Kan het gedrag dat we met dieren associëren die pijn schijnen te hebben een soort “blinde pijn” verklaren, waarbij alle gedragssymptomen van echte pijn worden vertoond, maar zonder de bewustzijns-aspect? Gezien onze kennis over hersenfuncties zou het antwoord tot onze verbazing ja kunnen zijn. Die delen van het brein die het meest met de bewustzijn van de pijn worden geassocieerd, zijn ook de delen die bij zoogdieren als laatste arriveerden: de pre-frontale cortex.

Sommigen maken zich zorgen, denkend dat dit antwoord zou impliceren dat misbruik van dieren niet immoreel zou zijn. Maar dit volgt er niet uit. Als dieren God’s wezens zijn, hebben wij de plicht hun welzijn en heelheid te respecteren. Dit welzijn kan in sommige gevallen, als wij er een goede reden voor hebben, opzij worden gezet. Maar het is ook waar dat, als zulke goede redenen er niet zijn, we verplicht zijn zulke bescherming te bieden.

Natuurlijk zullen velen voor het probleem een oplossing zoeken in de implausibiliteit dat dieren geen pijn of leed ervaren. Wat kunnen we dan antwoorden? Ik denk dat er twee andere mogelijke oplossingen zijn. Ik zal er hier één aanbieden. (De andere behandel ik niet zodat je deze in hoofdstukken 5 en 6 van het boek kunt opzoeken! Het is te lang om hier uiteen te zetten.) Als ik de kwestie van pijn en leed in dieren met Christelijke wetenschappers heb behandeld, leggen ze het bijna altijd als volgt uit: “Dieren voelen pijn en leed, want zonder dit zouden ze verwonding niet kunnen voorkomen! Pijn is het waarschuwingssysteem van het lichaam!” Is dit een goed antwoord? Kunnen pijn en leed nodig zijn voor belichaamde organismen zodat verwonding kan worden ontweken?

Je zou misschien denken van niet. God zou ons toch tenslotte simpelweg zodanig kunnen “bedraden” dat, als we in de buurt van fysiek gevaar zijn, er een lichtflikkering in onze ogen opkomt of dat er een geluid in onze oren klinkt waardoor we worden gewaarschuwd? Zou dat niet voldoende zijn om te voorkomen dat we onszelf pijn geven? Misschien zou je verrast zijn bij het uitvinden dat we het antwoord op deze vraag al weten, en het antwoord is nee. Vele Christenen hebben een boek van een zendeling, een medicus, genaamd Paul Brand gelezen (The Gift of Pain), die met lepra-patiënten in Azië vele jaren heeft gewerkt. Eén van lepra’s effecten is dat patiënten de capaciteit om extreme pijn te voelen niet hebben. Hierdoor verwonden zij zich herhaaldelijk (of negeren ze verwonding, zoals Brand ontdekte toen hij leerde dat enige deterioratie door ratten werd veroorzaakt die aan de handen en voeten van patiënten knaagden zonder dat ze het wisten). Brand probeerde dit probleem op te lossen door handschoenen te maken die druk detecteerden, zodat ze werden gewaarschuwd als hun lichamen in gevaar verkeerden. Hij had geprobeerd om batterijen te gebruiken waardoor een licht opkwam of waardoor een geluid in het oor werd veroorzaakt. Maar het enige dat werkte was een apparaat dat een sterke schok in de onderarm veroorzaakte (die één van de plekken was die niet door de ziekte werd getroffen). Inderdaad, zelfs toen hij zo’n apparaat voortgebracht had, ontkoppelden mensen het zodat ze een taak konden uitvoeren waarbij ze anders geschokt zouden worden! Hierdoor hebben wij sterke redenen om te denken dat dierenleed een onontkoombare consequentie is van het creëren van belichaamde organismen die in een door wetten bestuurde wereld leven.

Laat mij, voor ik eindig, het even hebben over de kwestie van massa-uitroeiing. Het is waar dat onze aarde onderworpen was aan een aantal massa-uitroeiingen. Inderdaad: als je The Evolution-tentoonstelling bij het bekende Field Museum of Natural History in Chicago bezoekt, zul je zien dat de hele tentoonstelling rond de vijf grote uitroeiingen is ontworpen volgens huidige evolutionaire theorie in de wereld hebben plaatsgevonden. De pijnkwestie even opzij gezet, waarom zou God deze uitroeiingen hebben toegestaan?

Ten eerste is het goed om op te merken, zoals jij dat hebt gedaan, dat massa-uitroeiingen volgens de Geschriften soms worden beschreven als een deel van God’s directe plan en voorzienigheid. Tijdens Noach’s Vloed werden grote aantallen dieren weggevaagd als deel van God’s algemene oordeel over de wereld en de zondige staat hiervan. Maar wat dan als het de andere gebeurtenissen van uitroeiing betreft? Hadden deze, als het evolutie-verhaal grotendeels correct zou zijn, één of andere voorzienigheids-doel kunnen hebben? Dat zouden ze inderdaad kunnen hebben. Wetenschappers geloven dat er 65 miljoen jaar geleden een zeer grote meteoor de aarde heeft geraakt, waardoor een groot deel aan sedimentatie de atmosfeer in werd gestuurd. Dit sediment zou het licht dat de aarde bereikte flink hebben gefilterd, waardoor de atmosfeer dramatisch is afgekoeld, waardoor de uitroeiing van de (veelal koudbloedige) dinosaurussen heeft plaatsgevonden. Deze uitroeiings-gebeurtenis was de meest recente van de grote uitroeiingen. Als de uitroeiing niet had plaatsgevonden, dan zou het onmogelijk zijn geweest voor grotere zoogdieren om een nodige ontwikkelingslijn voor latere primaten te hebben (met al die grote hongerige dinosaurussen in de buurt – denk maar aan Jurassic Park!). Het resultaat is dat, zonder de gebeurtenis, het voor ons onmogelijk zou zijn geweest om te bestaan.

Natuurlijk zijn deze antwoorden, zoals je kunt zien, maar een begin die maar het oppervlak van de kwestie raken (een kwestie die, onder andere, dicht verbonden is aan de kwesties van wat wij zouden moeten denken over de leeftijd van het universum en de evolutie-theorie). Ik denk dat het cruciaal is dat Christenen doorgaan met de behandeling van en de worsteling met deze vraag, die er één is die vaker en luidruchtig door critici van het Christelijke geloof worden doorgedrukt.

- William Lane Craig